'

konijnen info :                          

onzindelijkheid

 Om een konijn zindelijk te maken moet je vol kunnen houden. 
- Zorg er voor dat je konijn een mooie toiletbak krijgt, bijvoorbeeld een kattenbak, een afwasteil met een hap er uit zodat je konijn er makkelijker in kan hupsen, of een speciaal konijnentoilet. Het maakt niet echt uit wat voor bak het is, als het konijn er maar in past, en als de bak maar stevig staat (dus niet elke keer omvalt als je konijn er uithupst). 
- Zet de toiletbak bij voorkeur op een plaats waar je konijn toch al graag keutelt of plast, meestal kiezen konijnen een hoek uit om hun behoefte te doen. Zet de bak dus ergens in een hoek.
- Dan begint het. Elk keuteltje leg je in de toiletbak. Als je ziet dat je konijn gaat plassen of keutelen til je hem voorzichtig op en zet je hem op het toilet. Dit blijf je volhouden tot je konijn het idee uiteindelijk snapt.
- Lukt het niet om je konijn aan de bak te wennen, probeer dan na een paar weken een andere plek voor de toiletbak uit, het kan zijn dat je konijn de plek niet prettig vind.
- Jonge konijntjes kunnen nog wel eens weinig controle over de blaas hebben, en zijn vaak nog niet echt goed zindelijk. Over het algemeen is het zo dat hoe ouder het konijn is, hoe makkelijker het is om hem/haar zindelijk te maken. 
- 
Castratie speelt ook een grote rol bij het zindelijk maken van een konijn, want konijnen plassen vaak om hun geur af te geven aan een object of een gebied en ook kunnen ze gaan sproeien. Vooral rammen doen dit, maar ook voedsters soms. Na castratie gaat dit meestal volledig over.
- Met veel geduld kunnen er met een clickerttraining ook goede resultaten behaald worden op het gebied van zindelijkheid.

Clickerttraining

Voor je begint
Het belangrijkste is dat je de bedoeling achter het gebruik van de clicker begrijpt. De clicker wordt geassocieerd met een beloning. Klik = goed en geen klik = geen beloning. Clickertraining is een vorm van operante conditionering. Je leert het niet door erover te lezen of erover te praten, maar door het gewoon te doen.
Observeer je dier eens goed en bekijk hem eens anders. Kijk tijdens de oefeningen eens naar hem, kijkt hij in het rond, is hij bang of juist nieuwsgierig? Je zal als je konijn de clikcer kent, gaan zien dat hij zelf dingen uit zal gaan proberen…”wat moet ik nou doen om de klik te krijgen…?” De dieren zijn vaak moe, maar voldaan na het trainen, het houdt ze scherp en alert en is echt niet alleen voor jonge dieren, maar zeker ook geschikt voor oudere konijnen.

Regels
Enkele belangrijke regels bij het trainen met de clicker:
1) klik op het juiste moment
2) geef de beloning binnen 1 seconde na de klik
3) stop de training bij aandacht verlies
4) straf nóóit tijdens de clickertraining
5) heb geduld
6) Begin pas met echte oefeningen als de clicker duidelijk is!
7) De beloning moet binnen zeer korte tijd op zijn, dus geen halve witlof geven, de oefening/beloning is dan niet duidelijk!

Hoe werkt het?
De clicker geeft het dier het idee dat hij zelf kan kiezen wat voor gedrag hij inzet, er zit geen dwang bij en geen straf.
De een leert sneller dan de ander en de “will to please” is bij de een meer aanwezig dan bij de ander, maar elk dier kan leren!Hieronder volgt hoe je het beste kan beginnen.

Echter ik raad iedereen aan om op sites te kijken en boeken te lezen, ik ben geen expert, heb de clicker (helaas…) niet uitgevonden, ik kan alleen vertellen wat ik weet en waar ik achter sta. Ik geloof dat je een dier alleen iets kan leren als het leuk is voor het dier en hij daarvoor beloond wordt, per slot van rekening vind ik werken ook erg leuk, maar als ik het voor niks zou moeten doen, weet ik niet of ik het dan nog steeds wel zo leuk zou vinden…..
Het is soms moeilijk om zo te denken omdat wij graag anders denken, maar een dier doet alleen iets wat hem iets oplevert. Dit is de natuur, aan jezelf denken om te overleven.

 Castratie

Geslachtsrijp
Rammen zijn geslachtsrijp vanaf ongeveer 3 maanden oud. Het is dus belangrijk dat ze op die leeftijd gescheiden van voedsters zitten, tot ze de leeftijd bereiken dat ze gecastreerd kunnen worden. Voedsters zijn meestal iets later vruchtbaar dan rammen, maar ook bij voedsters zou ik de leeftijd van 3 maanden aanhouden om ze van rammen te scheiden, die leeftijd is immers nog veel te jong om moeder te worden.

Castratie en Sterilisatie

 

Castratie en sterilisatie worden vaak door elkaar gehaald. Castratie houd in dat bij de ram de zaadballen en een stukje zaadleider worden verwijderd, en bij een voedster de baarmoeder en eierstokken. Sterilisatie houd in dat de zaad of eileiders worden afgebonden of doorgeknipt. Het best is dus om je konijn te laten castreren, hierdoor veranderd namelijk de hormoonhuishouding. Je konijn gaat minder rijden en stopt met sproeien, word soms aanhankelijker en soms iets minder druk. Als je een ram alleen laat steriliseren zal hij, als hij samen komt te zitten met een voedster, haar bijna "verkrachten" en nauwelijk met rust laten. Dit is natuurlijk niet fijn voor de voedster.Een ram kan gecastreerd worden als zijn ballen zijn ingedaald, dat kan al rond de 3 maanden zijn. Vanaf die leeftijd kan een ram ook gecastreerd worden. Nog niet alle dierenartsen doen dit vanaf deze leeftijd, hier moet je dus van te voren even naar vragen. De castratie van een voedster kan vanaf de leeftijd van 8 maanden.

De belangrijkste reden om rammen te laten castreren is zodat ze geen nakomelingen kunnen maken en toch gezellig met een vriendinnetje samen kunnen zitten. Voor voedsters is er echter nog een andere reden. Dit is baarmoederkanker . 
Baarmoederkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij het konijn. Het maakt niet uit of een voedster wel of geen nest heeft gehad, leeftijd speelt wel mee. Een voedster van 4 jaar of ouder heeft een kans van 50 tot 80 % op baarmoederkanker. Waarschijnlijk hebben bepaalde rassen meer aanleg voor baarmoederkanker dan anderen, maar daar is helaas nog niet veel over bekend. Konijnen die baarmoederkanker hebben hebben (bloederige) uitvloeiing uit de geslachtsopening, pijn en uiteindelijk zullen ze er aan overlijden als er niet op tijd kan worden ingegrepen.

 Grommen en aanvallen (vooral voedsters)


Grommen en aanvallen ontstaat door hormonen en territoriaal gedrag. Belangrijke oorzaken zijn eenzaamheid, verveling, angst, opwinding (bijv als er word gevoerd) en zoals eerder genoemd de hormonen.

Een konijn dat gromt een aanvalt naar jou als baasje als je in de buurt komt of eten komt brengen handelt zoals het in de natuur zou doen. In het wild zou dit gedrag haar beschermen, of haar plaats in de konijnengroep bevestigen. Een konijn is dus nooit agressief of onhandelbaar zonder reden, ze verdedigt zichzelf en reageert vaak zo omdat ze simpelweg bang is van je. Een konijn kan wel eens een knorrig karakter hebben, maar bijten en aanvallen hoort er niet bij, dit is ontstaan door de (leef)omstandigheden en het verleden van het konijn.

Wat kun je nou doen om het gedrag van je konijn te veranderen? 

Een van de opties is castreren. Zowel rammen als voedsters kunnen gecastreerd worden, in dit artikel staat daar meer over uitgelegd. Door castratie word een konijn rustiger en heeft veel minder last van de hormonen. Een ram kan gecastreerd worden vanaf het moment dat de ballen zijn ingedaald (dit kan 4 maanden zijn, best is vanaf 6), en een voedster vanaf ongeveer 8 maanden. 

Het geven van meer afleiding kan ook heel goed helpen om jouw konijn van dit gedrag af te helpen. De allerbeste afleiding is een maatje. Als je zorgt dat de ram in jouw koppel gecastreerd is (met 3 weken apart zitten erna nog, omdat hij dan nog vruchtbaar kan zijn) dan kan je jouw konijn prima koppelen! Het makkelijkst is om met jouw eigen konijn naar een opvang te gaan en hem of haar daar een nieuw maatje uit te laten kiezen. Dit zorgt er voor dat je minder problemen hebt bij koppelen, want helaas vind een konijn het door jouw gekozen maatje niet altijd super, en kiezen ze liever hun eigen maatje… Tja, tegenwoordig worden mensen ook niet veel meer uitgehuwelijkt, dus geef je konijn eens ongelijk dat hij/zij daar ook niet aan wil! Ruimte , een vriendje , knaag-, graaf- en speelmogelijkheden. Deze dingen zorgen er voor dat jouw konijn liever en gelukkiger word. 

Nog een mogelijkheid om het gedrag af te leren is door heel geduldig te zijn en jouw konijn te leren wennen aan jouw aanwezigheid, en dat jij niet eng of gevaarlijk bent. Zorg er voor dat je op gelijke hoogte bent als jouw konijn, kom dus niet groots en stampend op het konijn afgelopen, maar kom rustig aanlopen, praat zachtjes en zorg dat je op je hurken zit en dat je konijn dan ongeveer op gelijke hoogte in het hok zit, dan geef je het eten. Je hand terugtrekken is niet de goede oplossing als jouw konijn aanvalt, dan gaat hij/zij alleen maar denken dat het aanvallen werkt en zal het door blijven gaan, trek dus gewoon werkhandschoenen of iets dergelijks aan en houd vol. Dus zorg voor rust en geduld en respecteer de gevoelens die jouw konijn vanuit de natuur heeft meegekregen. Steek in het begin niet te vaak je handen in het hok, alleen als het nodig is. Pak je konijn niet onnodig op maar maak rustige bewegingen en praat op rustige toon. Als het goed gaat als je bij je konijn hebt gezeten beloon dan met iets lekkers (bijv lekker groenvoer of een stukje fruit). Na een paar weken kun je je konijn misschien al voorzichtig aaien, dit vinden konijnen vaak erg fijn! 

Word in ieder geval nooit boos op je konijn, en ga ook niet gillen of slaan of je konijn op een andere manier pijn doen. Hier zal je konijn alleen maar agressiever van worden.


(Tralie)knagen

Tralieknagen is een gevolg van te klein gehuisvest zijn, verveling en/of eenzaamheid bij een konijn. Het is echt heel moeilijk (bijna niet) af te leren. Wat je kunt doen is zorgen voor een vriendje voor je konijn, genoeg speeltjes en knaagmateriaal in de kooi, en het liefst je konijn ook regelmatig buiten de kooi laten lopen voor afleiding en beweging. 

 Kaalplukken/Nestgedrag/Schijnzwangerschappen


Vooral in het voorjaar krijg ik veel vragen over nesteldrang van voedsters. Mensen schieten in de stress omdat hun konijn met een kale buik en borst rondhupst en omdat er gigantische nesten worden gebouwd door konijnen die met geen mogelijkheid gedekt kunnen zijn. Meestal is er sprake van een schijnzwangerschap (zeer zelden toch van een echte zwangerschap). De voedster bouwt een heel mooi nest, en gedraagt zich onder invloed van haar hormonen net alsof ze echt zwanger is, alleen is ze dat niet. Het nest mag een paar dagen blijven liggen of kan gelijk weggehaald worden, dat maakt niet veel uit. Dit gedrag is niet af te leren. Het enige dat je kunt doen om dit te voorkomen is door je voedster te laten castreren. Dit helpt gelijk ook tegen baarmoederkanker
. Gecastreerde voedsters horen geen schijnzwangerschappen meer te krijgen, ze slepen soms nog wat met strotjes, maar het is een stuk minder erg, en ook het harentrekken is er niet meer bij.

Vachtverzorging

Langharige konijnen en konijnen die aan het verharen zijn moeten worden geborsteld. Er zijn hiervoor speciale borstels te koop, maar een honden of kattenborstel, of zelfs een babyborstel voldoet ook. Bij kortharige konijnen die erg verharen kun je ook een licht vochtig washandje gebruiken.

Afhankelijk van de haarsoort van het konijn moet je toch regelmatig borstelen. Bij angorakonijnen wel 1 keer per dag, terwijl bij een kortharig konijn in dat verhaart 1 keer per week soms ook voldoet. 
Als je konijn echt heel erg geklit is kun je de klitten ook voorzichtig wegknippen. Pas wel goed op dat je niet in de huid knipt. Sommige mensen knippen het haar van hun langharige konijn in erg warme zomers kort, zodat het konijn het niet te warm heeft

Nagels
Er zijn speciale nagelschaartjes voor konijnen te koop. Je kunt zelf de nagels van de konijnen knippen. Let er wel goed op dat je niet in het leven knipt. Bij de witte nagels is dat goed te zien, het donkere stuk van de nagel is waar het leven zit. Bij zwarte nagels is het erg lastig of niet te zien, je moet dus erg oppassen waar je knipt! Als je twijfelt kun je beter de nagels bij een konijnenopvang of dierenarts laten knippen, die hebben er meer ervaring mee en kunnen jou dan ook uitleggen hoe het moet, zodat je het de volgende keer wel zelf kunt.

Gebit
Het gebit van een konijn heeft als het goed is weinig verzorging nodig. Het is niet zo dat je zijn tandjes moet poetsen. Tenzij het konijn
 gebitsproblemen heeft, want dan kan het nodig zijn dat je regelmatig de dierenarts bezoekt om de tanden te laten knippen, slijpen of trekken.
Een konijn heeft 28 tanden. 2 snijtanden vanboven, 2 vanonder. In de bovenkaak zitten 12 kiezen en in de onderkaak 10.
De tanden van een konijn groeien 1 tot 2 millimeter per week. Ze slijten af door het eten van groenvoer en hooi. Als de tanden van je konijn scheef staan kan dit er voor zorgen dat ze niet goed afslijten en dan krijgt je konijn er last van.

 Knaag- en likstenen zijn erg slecht voor konijnen, ze krijgen er nierstenen van. Extra mineralen heeft jouw konijn ook niet nodig als hij een goed voedingspatroon heeft. Geef dus nooit een knaagsteen aan je konijn voor het afslijten van de tanden, of om wat voor reden dan ook. 

 Tips voor warme dagen

 

Op dagen dat het warmer is dan 25 graden, heeft ook een konijn het warm. Er zijn een aantal dingen die je kunt doen om voor wat verkoeling te zorgen.
- Leg de dag van te voren een flesje water in de vriezer en geef dit op de warme dag als "koude kruik" aan je konijn. Als je geen flesjes hebt kun je ook een natgemaakte (stoep) tegel in de vriezer leggen en bij het konijn in het hok leggen. Zorg er wel voor dat het konijn de keuze heeft of hij wel of niet tegen het flesje of de steen aan wil liggen.
- Geef je konijn (mits hij er aan gewend is) vochthoudende verse groentes zoals een plakje komkommer of wat witlof. Geef groentes niet direct uit de koelkast, dit is niet goed voor je konijn. Haal de niet opgegeten groentes na een uurtje weg.
- Doe je konijn NIET in bad. Dit vinden konijnen vaak niet fijn en het is ook niet nodig. Al denk je dat het warm genoeg is voor een bad, een konijn vat snel kou omdat zijn vacht niet makkelijk droogt. Als het om medische redenen moet, dan kun je je konijn natuurlijk wel
 in bad doen.
- Zorg ervoor dat het konijnenhok niet in de volle zon staat (zet er evt een parasol boven)
- Zorg ervoor dat je konijn als het in een ren zit schaduwplekken heeft om te liggen.
- Bij warm weer is
 plakpoep extra gevaarlijk. De vliegen en maden die dit met het warme weer extra goed aantrekt kunnen je konijn ziek maken. Check dus regelmatig het kontje van je konijn op plakpoep. En maak het zonodig schoon met een vochtig doekje of een vochtig babydoekje (dit ontsmet de huid ook). Als je konijn erg gevoelig is voor plakpoep kun je dit regematig herhalen. Plakpoep is meestal een gevolg van verkeerde voeding, zorg er dus voor dat het probleem vanaf de bron wordt aangepakt en kijk kritisch naar het voedingsschema van je konijn!

Tips voor koude dagen
Als het in de winter kouder is dan -10 dan is het echt koud voor konijnen. Hoewel buitenkonijnen als het goed is een wintervachtje ontwikkelen zijn er toch een aantal dingen die je kunt doen om het voor je konijn wat aangenamer te maken.
- Zorg er voor dat er geen wind of tocht in het hok kan komen.
 
- Geef je konijn extra veel stro. Stro houd namelijk goed warmte vast. Het geeft niets als je bijna het hele konijnenhok volstopt met stro, het konijn zal er een lekker warm holletje in maken.
- Als het een hele strenge winter is kun je je konijn een klein beetje meer voer geven. Doe dit niet te extreem, overgewicht is natuurlijk ook niet wenselijk.

- Hang oude dekens/lappen over het hok heen (zorg er wel voor dat er nog ventilatie is en frisse lucht voor het konijn).
- Indien mogelijk verhuis je het konijn als het echt koud is naar een schuur of bijkeuken, waar het net iets minder koud is dan buiten.

 Waardoor wordt een konijn ziek? 

Ziek zijn kan verschillende oorzaken hebben. 
Het kan zijn dat het door genetische aanleg komt. Dit kan niet erfelijk zijn, bijvoorbeeld door ondervoeding van de moeder of wel erfelijk. Dit kan zowel zichtbaar zijn bij de geboorte of op latere leeftijd pas ontdekt worden.
Ook omgevingsfouten kunnen een oorzaak zijn van ziek worden. Een verkeerde temperatuur, te weinig zuurstof, een te vochtige omgeving. Maar vooral verkeerde huisvesting is vaak een oorzaak; een te klein verblijf, een slecht geventileerde kooi, een slechte hygiëne, verkeerde bodembedekking een te warme of koude standplaats, tocht en vocht kunnen de oorzaak zijn van ziektes.
Voedingsfouten komen ook veel voor. Er wordt te veel voer gegeven of de verkeerde soort voer. Maar ook plotseling veranderen, niet volledig of verkeerde voeding, beschimmeld of rottend (groen)voer, bevroren groenvoer en het vergeten om het konijn water of voer te geven kan een oorzaak zijn van ziekten.
 
Vergiften kunnen een konijn ook ziek maken. Denk hierbij aan het eten van slakkenkorrels of rattengif maar ook planten waar een konijn niet tegen kan. Vergiften kunnen langzaamwerkend zijn of juist snel.
Tegenwoordig is er ook steeds meer bekend over tumoren bij konijnen. Dat zijn woekeringen van cellen. Soms goedaardig, als het in een geïsoleerd gebied is, maar soms ook kwaadaardig.
Trauma’s komen ook voor bij konijnen. Dit kunnen geestelijke trauma’s zijn zoals het ontzeggen van rust of beweging, of lichamelijk zoals botbreuken en kneuzingen.
Parasieten komen ook veel voor. Virussen kun je het best genezen door goede verzorging en het bestrijden van bijkomende klachten en infecties. Bacteriën kunnen bestreden worden met antibiotica. Verder zijn er nog schimmels, gisten, protozoën en wormen die je konijn ziek kunnen maken.
 

Hoe zie je dat een konijn ziek is?

Als een konijn laat merken dat hij ziek is, dan is het vaak ook echt ernstig. Zolang een konijn het kan verbergen, zal hij dat doen. Ziekte is een teken van zwakte en in de natuur kun je je vijanden beter niet laten zien dat je zwak bent. 

Er zijn een aantal gedragingen waaraan je kunt zien dat je konijn ziek is. Stil in een hoekje zitten, lusteloos, slap als je het konijn optilt, de oren laten hangen of naar achter houden, schudden met de kop, de kop scheef houden, zwaar ademhalen, het hoofd achterover houden van benauwdheid, omrollen, slecht verzorgde vacht, niet goed eten en/of drinken (langzaam , weinig of voer laten vallen),  veel krabben aan één oor en mank lopen kunnen tekenen zijn van ziekte.
 
Als een konijn pijn heeft laat hij dit soms op (één van) de volgende manieren merken: tandenknarsen, lusteloosheid, gebogen zitten, niet willen bewegen, bewegen kost moeite, hijgen, trillen, ander gedrag (bijv. plotseling agressief, grommen of piepen), niet meer eten of niet meer drinken.
 

Veilige medicijnen voor konijnen
Op
 medirabbit.com kun je een lijst vinden met veilige medicijnen voor konijnen en een gebruiksadvies. Zorg er vooral voor dat je een dierenarts vind die weet wat hij doet. . 

Het is niet altijd even makkelijk om medicijnen in je konijn te krijgen. Hoewel je het beste voor hebt met het diertje, voelt dat voor het konijn niet altijd zo. Zorg er voor dat je bij het toedienen van medicijnen je konijn in een zo natuurlijk mogelijke houding laat. Het is beter om je konijn redelijk strak in te wikkelen in een handdoek dan om hem op zijn rug te leggen. Vaak is het al een heel groot verschil als je iemand hebt die je kan helpen bij het toedienen van de medicijnen. Bedenk je dat stress niet goed is voor een konijn, zeker niet als het al ziek is.
 

Maak geen fouten bij het toedienen van medicijnen. Veelgemaakte fouten zijn eenverkeerde dosering (te hoog of te laag), het verkeerde middel (peniciline veroorzaakt clostridium enterotoxaemie bij konijnen en, ook zijn sommige bacteriën niet gevoelig voor bepaalde antibiotica), een verslikpneumonie (medicijn komt in longen) en/of de behandeling te snel staken (bij bacteriën kan dit resistentie voor een antibiotica veroorzaken).

Veel voorkomende ziektes en medische problemen bij konijnen

Abcessen: Dit zijn bulten, die vooral rond de bek van het konijn voorkomen. Ze ontstaan vaak door tand en kiesproblemen. Ze kunnen echter ook ontstaan als konijnen verwondingen hebben, bijvoorbeeld na een koppeling. De abcessen zijn gevuld met pus, dit is meestal zo dik dat het abces niet vanzelf opengaat. Bij de dierenarts word het abces opengesneden, schoongemaakt en gevuld, dit om ervoor te zorgen dat het abces een poosje openblijft, de bacteriën gedood worden en het weefsel intact blijft.

Abortus / Prenatale sterfte:
 Dit kan komen door stress, bijvoorbeeld bij schurft, overbevolking, verplaatsing tijdens de zwangerschap en voedingsveranderingen. Verder kunnen ook virale, bacteriële en parasitaire aandoeningen zoals coccidiose, salmonellose, pasteruellose hier een oorzaak van zijn. Ook voedingsgebreken (meer voer nodig, energierijk voer), verkeerd optillen of een te hoge omgevingstemperatuur (verminderde eetlust, veroorzaakt stress) abortus veroorzaken. Denk dus goed na voor je aan een nestje begint en weet waar je mee bezig bent. Je kunt je konijn er een hoop leed mee bezorgen.


Ademhalingsproblemen: Deze kunnen ontstaan door slechte ventilatie, tocht, stoffige bodembedekking, of juist te weinig ventilatie. Op lange termijn wordt het konijn overgevoelig en kan hij nergens meer tegen. Hij krijgt luchtweginfecties en astmatische verschijnselen. Hij ademt zwaar, met de kop naar achteren om maar zo veel mogelijk lucht binnen te krijgen. Ook kunnen ademhalingsproblemen ontstaan door verwondingen. Bijvoorbeeld als het konijn gevallen is, of nadat het baasje op het konijn gestaan heeft. In erge gevallen kan het zo zijn dat het middenrif gescheurd is waardoor buikorganen in de borstholte komen. Daardoor hebben de longen minder ruimte en krijgt het konijn ademhalingsproblemen. Ademhalingsproblemen kunnen echter nog veel meer oorzaken hebben. Het is dus ook verstandig om bij ademhalingsproblemen een bezoek te brengen aan de dierenarts.
 

Baarmoederkanker: Dit is de meest voorkomende vorm van kanker bij het konijn. Het maakt niet uit of een voedster wel of geen nest heeft gehad, leeftijd speelt wel mee. Een voedster van 4 jaar of ouder heeft een kans van 50 tot 80 % op baarmoederkanker. Waarschijnlijk hebben bepaalde rassen meer aanleg voor baarmoederkanker dan anderen, maar daar is helaas nog niet veel over bekend. Konijnen die baarmoederkanker hebben hebben (bloederige) uitvloeiing uit de geslachtsopening, pijn en uiteindelijk zullen ze er aan overlijden als er niet op tijd kan worden ingegrepen.


Bevallingsproblemen: Als een voedster problemen heeft met de bevalling kan dit verschillende oorzaken hebben. Te grote jongen, misvormde jongen,op een te oude of te jonge leeftijd gedekt zijn, weeënzwakte (gebrek aan calcium) of verkeerde ligging van de jongen. In alle gevallen is het aan te raden zo spoedig mogelijk naar de dierenarts te gaan.
 

Binnenoorontsteking:
Hierbij loopt je konijn in cirkels en valt hij om. Het hoofd kan scheef (gedraaid) staan. De ogen kunnen snel bewegen, hij kan doof zijn, tandenknarsen en veel slikken. De dierenarts zal een lichamelijk en neurologisch onderzoek doen om dit vast te stellen.
De dierenarts zal een antibioticum kuur geven van enkele weken tot maanden. Er kan ook enkele dagen een middel gegeven worden om de ontsteking en schade aan de zenuwen te verminderen. Ook moet het konijn een pijnstillend middel krijgen. Het kan nodig zijn om het konijn te dwangvoeren tot hij zelf weer eet.

Blaasontsteking:
Blaasontsteking kan bijvoorbeeld ontstaan door blaasstenen. De blaas beschadigt hierdoor en raakt ontstoken. Een blaasontsteking kan ook vanuit de nieren of afvoerende urinewegen komen. Het konijn heeft een verhoogde aandrang en pijn bij het plassen. Dit kan overigens ook komen door tumoren van de blaas, nierziekten (door infecties of vergiftigingen) of door bloedingen in de nieren. In alle gevallen is het verstandig om zo spoedig mogelijk een bezoek aan de dierenarts te brengen.

Blaasproblemen: Dit is natuurlijk een ruim begrip. Bij blaasproblemen kun je een aantal van de volgende symptomen zien: vermindering van de zindelijkhied, strekken bij het plassen, in en uit de toiletbak springen, nat rond de geslachtsorganen, huidirritatie rond de geslachtsorganen, dikke (witte) urine, bloed in de urine. Ga als je één van, of meerder van de hiervoor genoemde symptomen ziet met je konijn naar de dierenarts. Hij kan verder onderzoek doen en vaststellen wat er met je konijn aan de hand is. De mogelijkheden zijn bijvoorbeeld: blaasstenen, tumoren in de blaas, zand/drab in de blaas, infectie aan de urinewegen.
 
Lik en knaagstenen zijn erg slecht voor de nieren en blaas van een konijn, geef deze daarom ook niet aan jouw huisdier! Deze kunnen namelijk blaasproblemen veroorzaken. Ook verkeerde voeding (gemengd voer of slechte kwaliteit voer) en een tekort aan drinkwater kan blaasproblemen veroorzaken.

Blaasstenen: Hierbij heeft je konijn troebele urine, soms wat rood van kleur. Let op, rode urine hoeft niet altijd op ziektes te wijzen! Van bijvoorbeeld het eten van veel wortel kan urine rood / oranje kleuren maar ook op bepaalde soorten bodembedekker kan het rood uitslaan. Verder heeft het konijn vaak een  nat, naar urine ruikend achterste (plassen lukt niet meer, druppels persen wel), is lusteloos, pijnlijke buik, bloed in urine. Stenen en gruis in de blaas kunnen ontstaan tijdens bacteriële infectie, watergebrek, te veel mineralen in het voer (te veel / selectief eten / knaagstenen). Als de stenen of gruis vastlopen in urinewegen ontstaat er een ophoping van urine in de blaas, uiteindelijk ook in de nier. Het is belangrijk om zo snel mogelijk naar de dierenarts te gaan met je konijn.

Bloedverlies bij het plassen:
 Vaak door blaas en nierproblemen. Let er op dat konijnen urine verschillende kleuren kan hebben. Van doorzichtig wit tot fel oranje. Vaak is de kleur van de urine afhankelijk van wat je konijn gegeten heeft. Ook door sommige bodembedekkers kan de urine van een konijn verkleuren, bijvoorbeeld op zaagsel.

Bloedverlies uit geslachtsdelen: Dit kan bij voedsters komen door
 baarmoederkanker , abortus (goed opletten, kans op ontstekingen), verwonding (bijv. na een zware bevalling, als de jongen te groot zijn. In deze gevallen moet je naar een dierenarts die kan kijken of er eventueel een castratie (verwijderen van baarmoeder en eierstokken) plaats moet vinden en/of er medicatie nodig is. Zelf kun je in ieder geval de buitenkant van je konijn goed schoon houden, zodat er zeker in de zomer geen vliegen op af komen. 
Bloedverlies uit de geslachtsdelen kan ook komen door baarmoederontsteking. Je konijn heeft dan een bloederige, pusachtige uitvloeiing, het stinkt, ze maakt een zieke indruk en eet slecht. Ook hiermee moet je naar de dierenarts. Baarmoederontsteking kan komen door een bacteriële infectie zoals bijvoorbeeld snot, bij een abortus of door dekking door een ram met een ontsteking aan zijn geslachtsdeel.

Coccidiose (darmcoccidiose): Coccidiose komt meestal voor na stress of verminderde weerstand. Jonge konijnen zijn hier ook erg gevoelig voor, bijvoorbeeld na de verhuizing naar een nieuw baasje. Het probleem bij jonge konijntjes die nog bij de moeder wonen is vaak dat ze elkaar doorhun ontlasting steeds weer opnieuw besmetten. Bij coccidiose tasten kleine parasieten de darmen en lever van je konijn aan. Het begint met diaree, als het ernstiger is waterige ontlasting en zelfs bloed in de ontlasting. Het konijntje eet niet meer, drinkt niet meer, valt af, groeit niet goed en droogt uit. 
Coccidiose kan behandeld worden met verschillende medicijnen, dit moet altijd via de dierenarts gebeuren. Het meest effectieve middel bij konijnen is toltrazuril. Als jouw konijn coccidiose heeft is het erg belangrijk de omgeving goed schoon te houden. Onstmet het hok regelmatig en haal elke dag de keutels van het konijn (ivm herbesmetting) elke dag weg en verschoon elke dag het hooi en drinkwater. Maak ook de drink en eetbakken goed schoon. Preventief kun je zorgen voor een schone omgeving, de juiste voeding en zo min mogelijk stress in het leven van je jonge konijntje.
 

Coccidiose (levercoccidiose):
 
 Er bestaat ook levercoccidiose bij het konijn. Dit heeft de zelfde symptomen als darmcoccidiose, alleen geen diarree. Lever kan vergroot zijn, daardoor heeft het konijn een dikke buik. Behandeling en preventie is hetzelfde als bij darmcoccidiose. 

Darmimmobiliteit:
 De darmen van je konijn vallen “stil”. Je konijn produceert geen of hele kleine keuteltjes, vaak plakkerig en slijmerig. De darmen borrelen hard of zijn juist opvallend stil. Je konijn wil niet eten, is afstandelijk en heeft pijn. Dierenartsen denken soms dat het konijn last heeft van een haarbal, maar haarballen komen bij konijnen niet zo heel veel voor. Darmimmobiliteit kan ontstaan door stress, pijn, verstopping, slecht voer en/of uitdroging. 
De dierenarts zal het konijn onderzoeken, foto’s maken van de buik om verstoppingen en ophopingen te zoeken. Als de darm niet volledig geblokkeerd is kan het konijn gered worden door medicijnen (oa om darmen te stimuleren en pijnstillers), vocht, vezels (science recovery), laxeermiddelen, en antigasmiddelen (aeropax). Ook vocht en vitamine B zijn belangrijk. Het is erg moeilijk om de darmen van een konijn weer op gang te krijgen. Let ook goed op de lichaamstemperatuur van je konijn!
Als de darm wel volledig geblokkeerd is kan de dierenarts opereren, maar helaas is dat een erg risicovolle operatie die veel konijnen niet overleven of waar ze nadien ernstige complicaties door krijgen.
 

Diarree: Een konijn kan drie verschillende soorten ontlasting hebben. De normale keutels, blinde darmkeutels (een soort trosje, deze horen ze op te eten) en diaree. Als het konijn voortdurend zachte keutels produceert is het diaree. Soms zijn er zelfs geen keutels meer in te herkennen. Dit kan komen door een wisseling van voer, of een te veel aan (groen) voer. Een konijn mag maximaal 25 gram voer (biks) per kilo lichaamsgewicht (uitgaan van volwassen gewicht). Het konijn moet altijd beschikken over hooi en vers drinkwater. Om de diaree tegen te gaan kan er ook hooithee gemaakt worden.  . Diarree kan echt heel veel oorzaken hebben. Het kan komen door voedingsfouten; te veel voeren, gemengd voer, plotseling wisselen van voer, te veel groenvoer, weinig hooi. 

Sommige konijnen hebben een plakpoepsyndroom. Dit komt vaak voor bij oudere of te dikke konijnen. Ze hebben dan geen echte diarree maar samengeklonterde ontlasting (blinde darm keutels). Deze eten ze niet op. Vaak omdat ze te veel voer en te weinig hooi krijgen. Soms is een konijn zo dik dat hij niet eens bij zijn anus kan om de blindedarmkeutels op te eten. Verwijder de vastgeplakte ontlasting van het konijn, geeft twee dagen alleen hooi en water. Begin daarna weer rustig met brokvoer. Eén eetlepel tegelijk, tot je op 25 gram brokjes per kg volwassen lichaamsgewicht zit. Bouw rustigaan groenvoer op.
Bij langdurige (langer dan 2 dagen) of zeer hevige diarree altijd naar de dierenarts gaan. Voor jonge konijntjes met diarree moet je extra snel naar de dierenarts, als je te laat bent kan dat de dood van je konijntje betekenen.
 

Dikke buik:
 Een konijn kan een dikke buik hebben door verschillende oorzaken. Ik ga ze hier niet allemaal uitleggen, maar wel even opnoemen. Het mag duidelijk zijn dat het niet onverstandig is om met je konijn voor een controle naar de dierenarts te gaan als hij of zij zonder duidelijke reden een dikke buik krijgt. De oorzaken kunnen zijn: zwangerschap (hoewel je dat in de meeste gevallen niet ziet), nierproblemen (hydronefrose, ophoping vloeistof in nierbekken na ontsteking of door nierstenen), verstopping (ophoping van gassen en ontlasting voor de plaats waar obstructie zit), vetzucht (overgewicht), tympanie (enorme gasophoping in de vorm van schuim, pijnlijke buik, door voedingsveranderingen en bijv. klaver), levercoccidiose, buikwaterzucht (vocht in buikholte, symptoom van bijv. hartgebreken, ontstekingen in de buik, laag eiwitgehalte in het bloed etc), tumoren (levertumor en niertumor kunnen dikke buik veroorzaken)

Dikke buikenziekte (entercolitis):
 Deze naam wordt vaak gebruikt als een konijn een opgezette buik en andere vage symptomen heeft. Dikke buikenziekte is echter een darmslijmvliesontsteking met slijmvorming in de dikke darm. Dit komt vooral voor bij jonge konijnen tot 4 maanden oud, soms met de dood tot gevolg. De symptomen van de dikke buiken ziekte zijn lusteloosheid, beven, minder eten, gezwollen buik, lage lichaamstemperatuur, veel dorst, diarree met slijm, klotsende buik. De ziekte is te behandelen met aeropax, hooi, eventueel dwangvoer om het konijn aan het eten te houden en door het konijn warm te houden. De dierenarts zal een darmstimulerend middel kunnen geven, metronidazol, een infuus en/of pro-biotica.

Dode jonge konijnen
:
 Je konijn is net bevallen, maar er overlijd één of meerdere jongen. Dit kan verschillende oorzaken hebben; aangeboren afwijkingen (erfelijk, viraal, bacterieel, gebrekkige voeding), slechte nestbouw (onderkoeling), kannibalisme (door voedingsfouten, gebrek aan melk, overbevolking of slecht nest), moederdier heeft geen melk (jongen slomer, moeder heeft vaak stukgebeten tepels,  mastitis (ontsteking), geen drinkwater, stress), door ziekte (diarree, bacterieel of viraal) of door voedingsveranderingen. Denk goed na voor je aan een nestje begint.

Encephalitozoon Cunicili  (E- cuniculli):  De ziekte wordt veroorzaakt door een protozo (parasiet) die zich in de hersenen en/ of nieren bevind. De meest opvallende kenmerken van deze ziekte zijn evenwichtstoornissen en/of zachtjes schudden met kop. Soms drinkt een konijn veel door nierontsteking (meer dan 100ml per kg lichaamsgewicht is veel). Verdere symptomen kunnen zijn: witte vlekken in het oog, verlammingsverschijnselen, evenwichtsstoornissen, schudden met de kop, urinebrand (konijn kan urine niet meer ophouden en huid raakt geïrriteerd), een draainek, rondtollen, gewichtsverlies. EC tast de zenuwcellen van je konijn aan. Het kan zijn dat je konijn hier niet meer volledig van herstelt. Gelukkig zijn er ook positieve verhalen van konijnen die goed herstelt zijn van deze ziekte. 

 In de beginfase (de eerste paar weken) is deze ziekte besmettelijk voor andere konijnen (via urine) en zelfs ook voor mensen (zeldzaam, dan moet je wel een hele lage weerstand hebben, bijv. door aids). Een konijn kan heel lang drager zijn van deze ziekte, zonder echt ziek te zijn. De ziekte komt dan pas naar voren als het konijn een andere ziekte krijgt of in een stressvolle situatie terecht komt. 
Wat kun je doen? Ten eerste moet je met spoed naar de dierenarts. Die stelt een behandelplan met je op. Panacur (tegen de parasiet) en metacam (tegen de pijn) worden vaak gebruikt. Verder kunnen ook duplocilline of baytril (antibiotica), soms ook vitamine B injecties gegeven worden. Het is verstandig om ook een bloedtest te laten doen bij het starten van de behandeling en deze na een maand te herhalen. Op die manier kun je zien of de behandeling effectief is. Bijkomende ongemakken zoals urinebrand kun je behandelen met wat vaseline. Heeft je konijn EC, dan raden wij aan om een zo gespecialiseerd mogelijke dierenarts te zoeken die je kan helpen bij de behandeling. Een dierenarts met weinig verstand van konijnen kan de dood van jouw huisdier betekenen, terwijl dat misschien helemaal niet nodig is.
 

Epileptische aanvallen:
 Deze komen niet veel voor bij konijnen. Door zuurstofgebrek bij de geboorte kan epilepsie ontstaan. Het konijn heeft aanvallen van een aantal minuten waarbij het speekselt en trilt. Na de aanval wil hij veel eten en kan hij agressief zijn.

Gas:
 Je konijn wil niet eten, zit stil in een hoekje, is slap, zit ongemakkelijk, hard borrelende of juist stille darmen, dit zijn tekenen van gas. Hier moet je wat aan doen, anders gaat je konijn dood.
Gas ontstaat vaak door verkeerd groenvoer (veel koolsoorten bijvoorbeeld) , maar kan ook meekomen met een andere ziekte, als coccidiose of wormen. Daarnaast kunnen ook stress en pijn weer een oorzaak zijn van ook deze aandoening.
Gas kan behandeld worden met de middelen Aeropax en equate. Aeropax is in nederland/belgie makkerlijk te verkrijgen (bij een apotheek), en equate, komt vooral in engeland en amerika veel voor, word daar gebruikt voor baby’s. Dit middel is via internet te bestellen. Beide middelen zijn mensen middelen maar kunnen ook bij konijnen gebruikt worden.
Naast die middelen moet je je konijn warm houden. Een buitenkonijn naar binnen halen. Controleer de temperatuur (hoort niet lager dan 38 graden te zijn).Maak gebruik van een warmtemat, warmtelamp of kruik met een handdoek er om. Zorg er wel voor dat het ook weer niet te warm word voor je konijn en dat hij niet uitdroogt. Het best is om ook een dierenarts te bellen voor verder advies.
 

Gebitsproblemen: Het konijn speekselt, wordt mager, eet slecht. Heeft soms ook ooguitvloeiing. Gebitsafwijkingen kunnen veroorzaakt worden door trauma (bijvoorbeeld stoten of vallen waardoor een stuk tand afbreekt), door verkeerde voeding maar vooral ook door een verkeerde stand van de tanden of kiezen. De tanden of kiezen staan vaak al vanaf de geboorte niet in de juiste stand waardoor ze niet voldoende afslijten, ook niet met de juiste voeding. Afhankelijk van hoe de tanden of kiezen staan en hoeveel last het konijn er van heeft moeten ze regelmatig worden bijgeslepen door de dierenarts. Laat de tanden niet knippen, dit is een ouderwetse methode waarbij de tanden kunnen splijten en daarmee kunnen nog meer problemen ontstaan. Als het een chronisch probleem blijft is het mogelijk om de voortanden van je konijn te laten verwijderen. Een konijn kan prima zonder voortanden leven, als je maar zorgt dat zijn eten (dus ook hooi) in klein formaat aangeboden wordt.
 
Bij haakjes op de kiezen slijten de kiezen niet goed en vergroeien deze. Hier moet wat aan gedaan worden, anders stopt het konijn met eten of kan hij abcessen krijgen. Je kunt zelf haakjes niet zien, de dierenarts heeft speciale hulpmiddelen om zo ver in de bek van een konijn te kunnen kijken. De dierenarts zal de kiezen vijlen of slijpen om de haakjes te verwijderen.
Je kunt gebitsproblemen voorkomen door te fokken met gezonde ouderdieren en een
 verantwoorde voeding . Granen zorgen voor een te hoog calcium gehalte waardoor je konijn gebits- en blaasproblemen kan krijgen. Ook zorgen ze dat je konijn te veel koolhydraten binnen krijgt, en dat zorgt voor darmproblemen. Brood is geen konijnenvoer!  

Haarballen:
 Hierdoor gaat het konijn minder eten, later stopt hij zelfs met eten. Ze vermageren sterk, hebben geen ontlasting meer. Bezoek de dierenarts voor advies en behandeling. Voorkomen is beter dan het moeten genezen dus zorg voor goede voeding: veel hooi! Borstelen in de ruiperiode helpt ook goed.  
Hernia: Dit kan ontstaan door het verkeerd optillen of vasthouden van een konijn. Hierbij maakt het konijn dan een slag met de rug. Ook konijnen die te krap gehuisvest zijn geweest kunnen last krijgen van een hernia. Kenmerken van een hernia zijn dat het konijn stil word, met de achterpoten gaat slepen of deze helemaal niet meer kan gebruiken. Een hernia kan behandeld worden door rust, warm houden van het konijn en behandeling met corticosteroiden. (geschreven door Karena)

Hersenvliesontsteking:
 Je konijn loop alsof hij dronken is, onvast, soms in rondjes. Hij kan trillen, toevallen hebben en typische oogbewegingen (snel heen en weer gaan). Een hersenvliesontsteking  door een bacterie, virus of protozo komen. Bijvoorbeeld door toxoplasmose (protozo). De acute vorm verloopt vrij snel bij dieren onder stress. Ze zijn lusteloos, hebben koorts, en zijn binnen paar dagen dood. De chronische vorm (cysten in weefsels) kan zonder verschijnselen verlopen, maar soms ook met hersenafwijkingen. Soms ook afwijkingen in andere organen waar cysten terechtkomen. Toxoplasmose ontstaat door het voeren van groenvoer dat besmet is door kattenontlasting. 

Kaalheid:
 Door gebrekkige voeding met een te kort aan vitamine B kan er kaalheid ontstaan bij konijnen. Vaak zie je dit bij oudere of zieke dieren. De haren worden dan bij een verhaarbeurt niet meer vervangen door nieuwe haren. Kijk kritisch naar de voeding van je konijn en overleg indien nodig met een dierenarts om het menu aan te passen en om andere oorzaken van kaalheid (bijvoorbeeld parasieten) uit te sluiten.

Kreupelheid:
 Dit kan komen door voedingsfouten zoals een verkeerde verhouding calcium-fosfor. Deze verhouding moet 2:1 zijn en is nodig voor een goede opbouw van het skelet. Door het bijvoeren van mineralen zoals likstenen en knaagstenen kan deze verhouding verstoord worden. Ook als een konijn selectief eet van gemengd voer zijn de verhoudingen verstoord. Hierdoor kunnen dan skelet of gebitsafwijkingen ontstaan. Kreupelheid kan ook komen door een gebrek aan vitamine E. Dit komt soms voor bij konijnen die alleen maar groenvoer gevoerd krijgen. Omdat vitamine E vetoplosbaar is, zit dat niet in groenvoer. Hierdoor kan spierdegeneratie ontstaan. Je konijn heeft dan pijn bij het lopen en eet niet goed. Tenslotte kan kreupelheid ook komen door verwonding. Bijvoorbeeld een pootbreuk na een val, door een verkeerde beweging of door verkeerd optillen. 

Lintwormen:
 Deze worden door vlooien overgebracht. Je konijn wordt mager maar heeft wel een dikke, pijnlijke buik en heeft last van diarree of verstopping. Een konijn kan tussengastheer zijn voor hond en kat, larven maken dan een trektocht door het lichaam en kunnen problemen opleveren in verschillende organen, met name de lever. Uiteindelijk komen ze in buikholte, blaaswormen. Deze veroorzaken zelden problemen. Voor behandeling van lintwormen en blaaswormen moet je naar dierenarts voor een middel dat tegen deze wormensoort werkt en daarbij ook nog veilig is voor konijnen. Lees ook ons artikel over wormen bij het konijn. 

Longontsteking: Longontsteking door bacteriën kan komen door snot (door pasteurella). Het konijn heeft dan neusontsteking maar soms komt er ook longontsteking bij voor. Het konijn heeft neusuitvloeiing en natte voorpootjes. Soms ontstaan er ook ontstekingsprocessen rest lichaam zoals in de baarmoeder, oogslijmvliezen of melkklieren. In het beginstadium kan myxomatose ook op snot lijken, dit is echter een hele andere ziekte. Longontsteking kan ook komen door een stoffige omgeving. Je konijn heeft tranende ogen, snuft, niest en heeft neusuitvloeiing. Zorg voor een goed geventileerd konijnenhok en een stofvrije omgeving (pas de bodembedekking aan!) .

Luizen: komen niet veel voor als dieren onder goede hygiënische omstandigheden gehouden worden. Eitjes (neten) zitten aan de haren geplakt en zijn met het blote oog te zien. Soms zie je ook de langwerpige luizen lopen. Luizen bestrijden met een middel geschikt voor konijnen, vraag hier duidelijk naar bij de dierenarts.

Maden (Myasis): In de zomer kan je konijn last van maden krijgen. Deze komen op je konijn af als hij bijvoorbeeld plakpoep heeft (een vies achterwerk dus) of wondjes heeft. Maden komen uit vliegeneitjes, deze maden beginnen te eten aan het konijn, en in een paar uur kan er een hele grote wond door ontstaan. Maden leven eerst van wondvocht, later produceren ze enzymen waardoor het vlees van het slachtoffer vervloeit. Dieren sterven dan door de gifstoffen die door de maden gevormd worden. Soms overleeft een konijn maden, als je er op tijd bij bent. Alle maden moeten verwijderd worden, het konijn moet goed schoongemaakt worden, de wonden moeten worden ontsmet en het konijn moet in een goed schone omgeving teruggezet worden. De dierenarts kan ook medicijnen meegeven om de genezing te bevorderen en de pijn tegen te gaan. Meestal zijn maden helaas fataal voor een konijn, omdat het vrij laat ontdekt word. Op de foto is een konijn te zien met myasis, na behandeling door de dierenarts (met dank aan Karena voor het gebruik van de foto).

Middenoorontsteking: Dit wordt meesal veroorzaakt door een bacteriële infectie, maar oormijt kan ook de oorzaak zijn. Je konijn schud met zijn hoofd, krabt met zijn poot bij zijn oren, door de pijn kan je konijn ook lusteloos worden en minder gaan eten. Als het echt ernstig is kan je konijn gaan kwijlen, hangende oren krijgen, niet meer kunnen knipperen, een hangende lip of ooglid krijgen. De dierenarts zal röntgenfoto’s maken om dit vast te stellen. De dierenarts zal een antibioticum kuur geven van enkele weken tot maanden. Er kan ook enkele dagen een middel gegeven worden om de ontsteking en schade aan de zenuwen te verminderen. Ook moet het konijn een pijnstillend middel krijgen. Het kan nodig zijn om het konijn te dwangvoeren tot hij zelf weer eet.

Mijt / Vachtmijten (Cheyletiella) Kleine zwarte of witte streepjes. Geen grote problemen, massale infectie kan haaruitval en jeuk geven.  Bij mijt heeft het konijn heeft kale plekken, jeuk, haaruitval, korsten. Mijt is besmettelijk voor andere dieren, en ook mensen kunnen er last van krijgen. De dierenarts zal het konijn injecties geven, soms in combinatie met het wassen van het konijn. Injecties met ivomec werken meestal het best bij een konijn. 

Mijt / Oormijt: Het konijn schud het hoofd, krabt oren kapot, en heeft vieze inwendige oorschelpen. Oormijt word veroorzaakt door parasieten. Dit is een gevaarlijke vorm van oormijt en het is dus ook van belang zo spoedig mogelijk met je konijn naar de dierenarts te gaan voor verdere behandeling.

Moerziekte / Melkziekte: Dit is een stofwisselingsziekte die voorkomt bij voedsters aan het einde van de dracht of tijdens de zoogperiode. Het calcium/magnesium gehalte in het bloed is te laag. Het konijn wordt hierdoor apathisch, het dier is zwak. Bij geen behandeling kunnen verlammingsverschijnselen ontstaan en kan het fataal zijn voor het konijn. Moerziekte kan behandeld worden door een calcium/magnesium infuus te geven aan het konijn. (geschreven door Karena)

Myxomatose: Myxomatose wordt verspreid door een virus. Een konijn kan besmet worden door vliegen, vlooien, mijten en andere konijnen die het virus met zich meedragen. De symptomen van myxomatose zijn: Natte ogen, een vieze neus, knobbels, het konijn eet niet en heeft koorts. Een konijn dat nooit geënt is overleeft deze ziekte bijna nooit. Het beste dat je voor je nijn kunt doen is hem goed warm houden en een dierenarts bezoeken. Deze zal dan passende medicijnen meegeven. Het konijn kan tegen deze ziekte worden ingeënt, de entingen blijven 6 maanden werken en moeten daarna worden herhaald. Naar weetje: myxomatose is door mensen ontwikkeld en ontworpen om de konijnenpopulatie in Australië tegen te gaan.ellingen door oedeem: myxomatose bij konijn. Virus. Oedemateuze (= vocht) zwellingen aan kop, geslachtsdelen, oren en oogleden. Vaak ook ademhalingsproblemen. De dieren worden blind en gaan binnen 10 dagen dood. Preventief enten. Ringtail bij muis, rat, en andere knaagdieren met kale staart. Staart zwelt, ringvormige insnoeringen. Dier kan deel staart verliezen. Poten gezwollen. Te lage luchtvochtigheid, te hoge temperatuur


Nierfalen / Veel drinken / veel plassen: Dit kan komen door chronisch nierfalen, suikerziekte, leveraandoeningen, tijdens dracht of lactatie, verveling, e. cuniculi. 

Ontlasting afwezig: Dit kan komen door verstopping of haarballen maar ook door voedingsfouten zoals het eten van zaagsel uit verveling, te weinig vocht in het voer en te weinig of geen drinkwater. Bezoek de dierenarts om te zorgen dat de ontlasting weer op gang komt en pas de voeding van je konijn aan.

Oogbeschadigingen: Hierbij is een wazige, grijze of witte vlek te zien op het oog van het konijn. Soms krabt het konijn veel naar het oog, en knijpt hij het oog dicht. Oogbeschadigingen kunnen ontstaan door vuil in het oog, maar ook als een konijn een scherp stokje of strotje in het oog krijgt. De dierenarts zal de ernst van de beschadiging bekijken, en oogzalf geven om het te behandelen. Soms blijft er na behandeling nog een witte vlek op het oog achter. Dit is lidtekenweefsel en zal dan niet meer verdwijnen.

Oogproblemen - Conjunctivitis (ontsteking slijmvliezen) ontsteking van de slijmvliezen van de ogen. Dit komt voor bij snot, konijnensyphilis, door hooi of andere bodembedekking of myxomatose.

Oogproblemen – Ooguitvloeiing: In veel gevallen komt dit door gebitsproblemen. Als het afvoerkanaal van het traanvocht dichtgedrukt raakt door botwoekeringen of abcessen.

Overgewicht: Overgewicht ontstaat door verkeerde voeding (elke dag een vol bakje voer, vaak nog gemengd voer ook) en door een tekort aan bewegingsruimte. Dit kan verschillende gezondheidsproblemen als gevolg hebben; de blindedarmkeutels niet kunnen eten met als gevolg vieze kontjes die madenziekte aantrekken, chronisch zachte keutels, zere hakjes, huidproblemen, leververvetting, gewrichtsproblemen, onvruchtbaarheid, geboorteafwijkingen, vachtproblemen, gedragsproblemen, diabetes en hartproblemen. De oplossing is afvallen, maar wel verantwoord. 

Oververhitting: Als het verblijf op een verkeerde plaats staat of slecht geventileerd is kan een konijn last krijgen van oververhitting. Hierdoor kan het konijn gaan speekselen. Konijnen zijn erg gevoelig voor hoge temperaturen. Bij temperaturen hoger dan 25 ˚C heeft een konijn het warm. Zorg er voor dat het hok niet in de volle zon staat, en dat het konijn plaatsen en middelen heeft om verkoeling te zoeken. Als een konijn oververhit is moet je je konijn natmaken met koud water. Het is verstandig ook de dierenarts er bij te halen, hij kan jouw konijn tegen shock behandelen. Als een konijn niet behandeld word tegen oververhitting zal hij sterven. Let op de temperatuur van het konijn, je kunt een konijn met overhitting ook te veel laten afkoelen en zo een onderkoeling veroorzaken!! Als de lichaamstemperatuur blijft stijgen, ook regelmatig opnieuw het konijn koelen.

Ringworm: Dit is geen worm maar een schimmel. Je konijn krijgt (ronde) kale plekken, heeft afgebroken haren. Vooral op kop. Soms ook vochtig door secundaire bacteriële infectie. Behandeling door dierenarts.Slechte huisvesting en voeding zijn oorzaak. Let op, ringworm is ook besmettelijk voor mensen!

Schimmelinfecties: Bij schimmelinfecties heeft je konijn kale plekken, jeuk, schilfers en afgebroken haren. Schimmelinfecties kunnen besmettelijk zijn voor andere dieren, en ook mensen kunnen er last van krijgen. De dierenarts zal het konijn injecties geven, en soms moet je je konijn wassen. Zie ook ringworm.

Schurft: Schurft wordt veroorzaakt door mijt. Het konijn heeft jeuk, korsten in de oren, houd het hoofd scheef en soms komt er pus uit het oor. Eerst komen er blaasjes en na openkrabben ontstaan er grijs-witte korsten. Het konijn zal schudden met de kop en krabben aan de oren. Als complicatie kan er een middenoorontsteking ontstaan door een secundaire bacteriële infectie. Schurft is goed te behandelen, ga dus ook gelijk met je konijn naar de dierenarts. Hij zal het konijn injecties geven en eventueel een oorzalf. Hoewel het vaak oorschurft genoemd wordt, zit de schurft ook op de rest van het lichaam van het konijn. Eitjes zitten niet in hooi of stro, dat is bij luizen en vlooien wel het geval. Leven op het konijn zelf en steken bij verminderde weerstand de kop op. Schurft kan overgaan op mensen, vooral bij kleine kinderen. Bezoek dan de huisarts.  Het konijn behandelen met ivermectine als werkzame stof. 1x per week omdat levenscyclus van schurftmijt 1 week is. 2-4x herhalen.

Slijmophoping in dikke darm (mucoide enterophatie): Vooral bij snelst groeiende jonge konijnen uit een nest. Ze eten niet meer, drinken veel. Snel dood. Behandeling vaak niet mogelijk. Preventief kun je er wel iets aan doen: veel hooi voeren, niet te veel brokken.
Snot (pasteurella): Dit is een besmettelijke ziekte. De voorste luchtwegen van het konijn zijn ontstoken. Het konijn heeft een heldere soms dikke neusuitvloeiing. Hij niest, vermagert en krijgt ontstoken oogleden. De dierenarts kan hiervoor antibiotica meegeven. Deze ziekte is erg lastig te behandelen. Vaak kan een konijn met snot alleen nog maar samen zitten met een ander konijn, als dat konijn dezelfde ziekte heeft.

Speekselen: Dit kan komen door vreemde voorwerpen in de mondholte, keel of slokdarm: stukjes hooi of splinters. Soms kunnen door niet goed kauwen door gebitsproblemen grote brokken verstopt raken in de mondholte, keel of slokdarm. Let op, speekselen kan ook voorkomen bij vergiftiging door het eten van bestrijdingsmiddelen of giftige planten.  Ook bij ontstekingen in mondholte: door virussen of bacteriën. Meestal komen dat soort infecties voor na verwondingen in bek. Bezoek de dierenarts voor een behandeling. 

Spoelwormen: Hiervan krijgt een konijn diarree. Bij massale infectie bloederige diarree en vermageren. Buik kan opgezet en pijnlijk zijn. 

Syfilis: Veroorzaakt door een bacterie. Het is overdraagbaar tijdens geslachtsgemeenschap, of via stro en voedsters geven het door aan de jongen. Dieren hebben blaasjes op geslachtsdelen, bek, ogen, neus. Later korstjes, zowel rammen als voedsters kunnen dit krijgen. De symptomen bij deze ziekte zijn: gezwollen geslachtsopening, soms ook rood, zweertjes rondom anus en voorpoten, korsten op oogleden, lippen en snuit. De behandeling van deze ziekte bestaat uit goed ontsmetten van de omgeving, het dier in quarantaine plaatsen (afzonderen van andere konijnen) en een penicillinekuur. Let wel goed op dat je dierenarts een kuur geeft die veilig is voor konijnen. 

Teken: Teken komen soms in de zomermaanden voor bij dieren die in de tuin lopen. Teken brengen de ziekte van lyme over, zowel bij dieren als mensen. Zo snel mogelijk verwijderen. Teken met tang, vingers of pincet weghalen. Licht draaiende, vooral trekkende beweging. Plek daarna ontsmetten.

Torticollis (evenwichtsziekte): Dit is geen ziekte op zichzelf, maar een signaal van een onderliggende ziekte. Er zijn verschillende oorzaken voor het ontstaan van Torticollis, de meest voorkomende zijn E. cuniculi, een bacteriële binnenoorontsteking of een trauma (bijv. een val). 

Toxoplasmose (protozo): Komt voor in twee varianten, de acute vorm en de chronische vorm. De acute vorm verloopt vrij snel, vooral bij dieren onder stress. Ze zijn lusteloos, hebben koorts, en zijn binnen paar dagen dood. De chronische vorm (cysten in weefsels) kan zonder verschijnselen verlopen, maar soms ook met hersenafwijkingen. Soms ook afwijkingen in andere organen waar cysten terechtkomen. Toxoplasmose ontstaat door het voeren van groenvoer dat besmet is door kattenontlasting. 

Urine verkleurd: Bloed in de urine is met het blote oog te zien, dit kan via een staafje dat je bij de appotheek koopt zichtbaar worden, of door onderzoek van de urine bij de dierenarts. Urine verkleurt meestal door voedingsstoffen, bijvoorbeeld als een konijn veel wortel gegeten heeft, wordt de urine oranje. De kleur van urine van een konijn kan van doorzichtig wit tot donkerrood variëren.

Vergiftiging: Als een konijn een giftige plant eetkan dit gevolgen hebben voor de gezondheid. Ook het eten van bestrijdingsmiddelen zoals rattengif en slakkenkorrels kan gevolgen hebben voor de gezondheid. In sommige gevallen is dit niet direct te zien aan het konijn, in andere gevallen wel. Giftige planten en bestrijdingsmiddelen kunnen effect hebben op de hersenen, maar meestal beschadigen ze de nieren en lever. In sommige gevallen heeft het vergif directe werking op de spieren en krijgt het konijn trillende pootjes, draaiende ogen en krampen. Als je konijn een giftige plant of bestrijdingsmiddel heeft gegeten, neem dan contact op met je dierenarts.  

Verlamming: Verlamming van de achterpoten kan meerdere oorzaken hebben. Het kan bijvoorbeeld door een parasiet komen, E. Coniculli heet dat. Konijnen kunnen hier drager van zijn zonder zelf ziek te zijn, maar ze kunnen dan wel anderen besmetten. Het kan ook naar voren komen bij verminderde weerstand. Er zijn nog andere dingen die de oorzaak kunnen zijn van verlamming, bijvoorbeeld door een val of doordat een konijn te wild spartelt. Zie ook kreupel.

Verslikpneumonie: Ontstaat soms na het fout toedienen van medicijnen via de bek, bij gebitsproblemen of na het baden. Het medicijn of vocht komt in de longen. Dit kan in erge gevallen zelfs een longontsteking veroorzaken. Het dier heeft het erg benauwd. Bij konijnen komt dit maar heel zelden voor. Behandeling bij dierenarts.


Verstopping: Vaak zien dierenartsen dit aan voor een haarbal, maar bij konijnen is er eigenlijk bijna altijd sprake van een traag werkend darmstelsel. Konijnen stoppen met eten, eten minder, krijgen kleinere keutels of geen keutels meer, konijnen blijven nog een weekje actief en knagen nog wel, maar eten niets meer. 
Bij een beginnende verstopping (kleiner wordende keutels, steeds wat minder eten) kun je zelf nog wat dingen doen. Geef natgemaakt groenvoer en hooi aan je konijn. Zorg dat je konijn genoeg vocht binnen houd. Geef 3x dag sap van verse ananas (niet uit blik of pak! Echt vers!). Als je konijn stopt met eten kun je dwangvoeren met Supreme Sience Recovery (ivm vezels in deze voeding).
Als je konijn helemaal stopt met eten kun je bij de dierenarts speciale voeding halen, en ook bij hem om verder advies en medicatie (laxeermiddelen geschikt voor konijnen en/of middel om darmen te legen en in sommige gevallen pijnstillers) vragen om de darmen weer op gang te helpen.

Verwondingen: Zichzelf kaalplukken, elkaar haar afbijten, bijtwonden door vechten, zelfverwonding door jeuk zijn voorbeelden van verwondingen die je tegen kan komen bij konijnen. Behandeling: wonden schoonmaken met lauwwarm water, desinfecteren. Eventueel nog behandelen met wondpoeder of betadinezalf. Bij grote wonden naar dierenarts. Uit diepe wonden kunnen abcessen ontstaan. Bij wonden aan staart etc zorgen dat het een schoon hok is! Zeker in de zomer is er anders grote kans op madenziekte (myasis).

Viraal Haemorrhagisch Syndroom, VHS, is een hele ernstige ziekte. Het konijn kan binnen enkele uren overlijden. Een konijn kan besmet raken door contact met andere besmette dieren, maar ook door besmet voer, bijv. groenvoer dat aan de kant van een weg is geplukt. De symptomen zijn koorts, bloed uit de neus en benauwdheid. Het konijn kan tegen deze ziekte worden ingeënt. VHS wordt ook wel VHD of RHD genoemd. 

Vlooien: komen niet veel voor als dieren onder goede hygiënische omstandigheden gehouden worden. Overbrengen via hooi of stro komt nog wel regelmatig voor. Soms kunnen konijnen last hebben van kattenvlooien. Bij wilde konijnen komt de konijnenvlo voor, deze brengt myxomatose over. Vlooien bestrijden met middel geschikt voor konijnen, vraag hier duidelijk naar bij de dierenarts. Gebruik nooit frontline op een konijn!

Wormen: Een konijn kan verschillende wormensoorten krijgen die verschillende gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. Van wat gewichtsverlies en diarree tot evenwichtsziekte. Ook kunnen konijnen in de zomer last van maden (uit vliegeneitjes)krijgen, meer informatie hierover lees je bij maden (myasis). Wij hebben een uitgebreid artikel over wormen bij het konijn en hoe deze te bestrijden. Stronghold en Panacur worden bijvoorbeeld gebruikt voor konijnen. Tegen Frontline kunnen konijnen absoluut niet, dus dat mag nooit gegeven worden. Voorkomen van wormen kun je door een goede hygiëne, dus regelmatig schoonmaken en ontsmetten na ziektes en zeker ook na een wormbesmetting of eventuele preventieve wormenkuur.

Zere hakjes (sore hocks, Pododermatitis): Het konijn heeft ontstekingen en soms abcessen of zweren aan de voetzolen. Ze kunnen ook open gaan en hevig gaan bloeden. Dit komt voor bij konijnen die voor de slachtindustrie gehouden worden op gaasbodems maar kan ook bij onze huisdierkonijnen voorkomen. Sommige konijnen zijn gevoelig voor harde ondergrond of krijgen er last van door een metalen onderbak in het hok. Een vochtige ondergrond kan ook verwondingen aan de zooltjes veroorzaken, die dan weer geïnfecteerd worden door bacteriën. Ook konijnen met te lange teennagels die daardoor in het voetbed ingroeien kunnen zere hakjes veroorzaken. Verder kunnen veel hard stampen, een verkeerde verdeling van het gewicht op de voetzolen en de vacht van je konijn een rol spelen. Sommige rassen zijn door hun vacht gevoeliger voor zere hakjes, o.a. rexen. Heeft je konijn last van zere hakjes breng dan een bezoek aan de dierenarts en zorg voor een schoon, droog hok met de juiste ondergrond.  Paw-wax voor honden kan ook een uitkomst bieden. De was vormt een laagje dat beschermt en zorgt er ook voor dat er zich sneller een eetlaagje vormt i.p.v. de sore hocks. Een bezoek aan de dierenarts is ook noodzakelijk omdat er in sommige gevallen een antibiotica kuur noodzakelijk is. Ontsmetten is nodig, en vaak adviseert de dierenarts nog een zalf en soms het aanbrengen van een speciaal verband (bijv. vetrap). 

Zwangerschapsvergiftiging: De jongen nemen te veel plaats in in de buikholte waardoor de moeder niet voldoende kan eten. Hierdoor krijgt ze een negatieve energiebalans waarbij ze eigen vet gebruikt. De afbraak hiervan (ketonlichamen) maken het konijn ziek, o.a. door leverbeschadiging. Het konijn stopt met eten, je ruikt soms acetonlucht uit de bek. In een ver stadium krijgt ze spiertrekkingen, leverfalen en nierfalen, raakt ze in coma en sterft. Schadelijke stoffen kunnen niet meer uit het bloed worden gehaald en kunnen de hersenen bereiken waardoor ze afwijkend gedrag en toevallen krijgt. Zo snel mogelijk naar de dierenarts! Preventief kun je ook zorgen dat je dikke dieren niet zwanger laat worden, en een zwanger konijn zo min mogelijk stress bezorgen. 

 

à 

'

Maak jouw eigen website met JouwWeb